Terug naar het overzicht

Geloofwaardig

06 maart 2010 /
Ds. Aart Mak

Hoe werkt dat met vertrouwen? Kun je iemand zomaar op zijn woord geloven? Nee, natuurlijk. Als iemand niet doet wat hij zegt, hebben zijn woorden geen waarde. Als het om vertrouwen gaat, blijken mensen intuïtief niet zozeer te letten op wat iemand zegt maar op hóe iemand het zegt. Een gezichtsuitdrukking spreekt dan boekdelen. Het zichtbaar worden van zweet op het voorhoofd roept wantrouwen op. En volgens psychologen is het wrijven aan de neus tijdens het uitspreken van iets gewichtigs, een teken dat wat die persoon zegt op gespannen voet met de waarheid staat, zoals wel eens eufemistisch wordt gezegd.

Omdat ik zelf iemand ben die vaak aan het woord is, let ik altijd extra op anderen als die aan het spreken zijn. Soms word ik gegrepen omdat iemand de woorden gebruikt die mij onverwacht diep raken. Meestal kijk ik naar iemands gezicht, let ik op zijn handen en beoordeel ik stiekem kleding, kapsel en al dan niet fris voorkomen. Het belangrijkste vind ik ontspanning. Als iemand ontspannen is en vatbaar is voor humor of zelf aardige grappen maakt, heeft hij al veel bij mij gewonnen. Waarom? Omdat iemand daarmee blijk geeft niet bezeten te zijn van zijn eigen waarheid. Ik vind Gerrit Zalm een aardig voorbeeld daarvan. Wat u en ik ook mogen vinden van zijn doen en laten, hij roept bij mij altijd een glimlach op en hij maakt de indruk een aardige vent in de omgang te zijn. Dat is of was dus niet het geval bij de nu afgetreden Agnes Kant. Zij kwam allesbehalve ontspannen over. Men prees haar werkkracht en haar jarenlange opoffering voor de partij van de socialisten. Maar haar verbeten optredens, waarbij ze in de afgelopen verkiezingsstrijd ook nog eens omringd was door een soort socialistische ouderlingen die voortdurend hun dominee Agnes de hemel in prezen, riepen bij mij een lichte afkeer op.

We zullen de komende maanden in dit land dat economisch en politiek zo door elkaar geschud is, overstelpt worden met mensen die het woord nemen. U en ik zullen als hazen en fazanten achtervolgd worden door de jagers uit Den Haag. Zij willen onze stem. Het spel om de macht is begonnen. En aangezien wij met elkaar steeds meer op de spelers dan op het spel letten, zal het een strijd worden om geloofwaardigheid. Het gaat om wie uw geloof waardig is, om de vraag dus in wie u vertrouwen stelt om ons allen de komende vier jaar te regeren. Geloof en geloofwaardigheid. Nu, hier heeft de kerk al eeuwen verstand van, al stond dat de afgelopen week ook weer even op wankelen. Gelukkig mag nu elke rooms-katholiek weer zelf weten of hij, homo of hetero, ter communie gaat. Dankzij de stuurkracht van Henk Krol is dat nog net op tijd goed gekomen. Het wordt weer aan het geweten van de enkeling overgelaten in plaats van aan de al dan niet nurkse priester achter het altaar. Een ander probleem is natuurlijk wel dominee Klaas Hendrikse. Volgens de mensen die het kunnen weten is hij geen atheïst maar gewoon vrijzinnig en hij moet dus blijven. Een kerk die geen ruimte meer biedt aan mensen die vragen stellen aan de rechtzinnigheid, zal namelijk ontaarden in een wereldvreemde sekte. Sterker nog, de betweters en de twijfelaars hebben elkaar over en weer nodig, dat maakt een kerk pas echt geloofwaardig. Dat ben ik wel eens want ook in mij wonen twee zielen, een die het zeker weet en een ander die graag overal een vraagteken achter zet.

Maar zouden de politici van Nederland nog wat kunnen leren van de eeuwenoude ervaring van de kerk als het gaat om geloofwaardigheid? Ik denk het wel. Bijvoorbeeld dat je moet kunnen toegeven dat je er naast zat, dat is geloofwaardig. Een mens hoeft niet volmaakt te zijn. Er is niks mis met een fout opbiechten. In de Haagse arena geldt dat als een zwakheid, geloof ik. Zie hoe de huidige demissionaire premier het niet over de lippen kreeg om te zeggen dat hij en zijn getrouwen er met Irak naast zaten. Hij deed het niet en daarmee daalde hij voor mij in mijn achting. Ik begreep onmiddellijk waarom zoveel mensen de politici bij voorbaat wantrouwen en hen zo langzamerhand geen blik meer waard achten en zelfs ook geen stem meer gunnen. Een andere ervaring van de kerk die helpt om geloofwaardig over te komen, is zelf doen wat je van een ander vraagt. Je kunt niet het evangelie van de bezuiniging verkondigen en zelf niet bereid zijn dat kruis te dragen. Ministers en kamerleden die meer gaan verdienen terwijl hun landgenoten een flinke pas op de plaats moeten maken, verliezen hun geloofwaardigheid. Nog iets. Het op de man spelen. Iemand uitsluiten of verketteren, daar heeft de kerk ook veel ervaring mee en een aantal wijze lessen uit getrokken. Dat doe je dus niet. Je gaat niet iemand discrimineren die zelf wel discrimineert, moslims bijvoorbeeld. Dat is kwaad met kwaad bestrijden. In de kerk hebben we geleerd de zonde te verafschuwen maar van de zondaar te houden. Ook die houding zou de politici sieren en zou trouwens een hele maatschappij helpen om beter met meningsverschillen om te gaan zonder elkaar tot vijand te maken.

Tenslotte raad ik de politici aan een soort onzichtbare toga te gaan dragen. Ze zijn ambtsdragers, ze zijn bekleed met een functie met de daarbij passende verantwoordelijkheid. Dat heeft dus gevolgen voor hun taalgebruik, hun houding en hun omgang met politieke tegenstanders. Enige waardigheid is op z’n plaats. Politiek moet niet een markt worden waar ieder maar wat achter zijn kraam vandaan roept en door elkaar heen schreeuwt. Ik hoef daarnaast bij een ambtsdrager ook niet allerlei dingen te weten over zijn privé-leven. Het gaat mij om zijn visie en hoe hij denkt te gaan doen wat hij belooft. In de kerk waar helaas ook nog wel eens sprake is van roomse pracht en praal en protestants populisme, weten we uiteindelijk deksels goed dat we allemaal altijd weer worden ingehaald in geloofwaardigheid door de man van smarten. Daar staat hij, met zijn doornenkroon en zijn bebloede soldatenmantel, tot wreed genoegen van zijn beulen. Het is deze schlemiel die zijn leven lang deed wat hij zei en zich nooit te groot vond om een buiging te maken voor kinderen en andere mensen zonder enig stemrecht.

Met muziek van Grieg aan het begin (Holberg Suite) en Rachmaninoff aan het eind (einde 1e deel van zijn 2e pianoconcert). Verder hoorde u muziek uit de film ‘John Adams’ en gezang 172 uit het Liedboek van de Kerken. Gelezen werd uit Mattheus 27: 28-30. Het gebed kwam uit de bundel ‘Bij gelegenheid (II)’ van Sytze de Vries.

Deel deze column:

Andere gerelateerde columns: