Terug naar het overzicht

Pasen

03 april 2010 /
Ds. Aart Mak

Het is Pasen, de grootste en mijns inziens ook de mooiste feestdag van het christendom. Een feest als dit is bedoeld om intens blij te worden dat het niet allemaal van onszelf afhangt. Het leven is een geschenk. En Pasen is ook het moment om te beseffen dat het leven toch net even anders in elkaar zit dan je door het gedoe van elke dag wel zou denken. Nederland rumoert, gist en bruist al dagen en weken vanwege de komende bezuinigingen en verkiezingen. Het is 2010. We zijn allemaal aan het eind van ons Latijn met al onze mooie uitvindingen die het leven gemakkelijker moesten maken en de vrije tijd groter. Maar het leven is er niet gemakkelijker op geworden en de meesten van ons hebben het alleen maar druk. Alom bespeur ik onrust bij mensen. Alsof we iets zijn kwijt geraakt en het niet meer kunnen vinden. De tijd heeft ons ongemerkt doen verhuizen naar een andere, vreemd aanvoelende wereld. Waar is de oude wereld gebleven? Zelfs de kerk, de grote eeuwenoude wereldkerk die de kerk van Rome was en nog altijd is, is nu meer dan ooit eerder in de moderne tijd onderhevig aan kritiek, boosheid en lachlust. Mensen ervaren dat als een teken dat we in een draaikolk zijn terecht gekomen. Het water is niet alleen onrustiger dan vroeger, de bewegingen trekken ons ook naar beneden als we niet uitkijken. We worden ergens naar toe meegezogen en weten niet of en hoe we er uit tevoorschijn zullen komen.

De protestantse kerken staan niet buiten die beweging. Die kerken zijn de nakomelingen van de vrije burgers van de 16e eeuw, die ooit weg zijn gelopen bij zoveel schijnheiligheid, geldsmijterij en bijgeloof. Luther, Calvijn, Zwingli, Menno Simonsz en vele anderen probeerden opnieuw een vorm te vinden voor wat zij zagen als het oorspronkelijke bijbelse geloof. Inmiddels zijn ook die kerken al weer eeuwen verder. U weet misschien nog hoe het was als op zondagmorgen de stromen kerkgangers elkaar kruisten en zij allen naar hun eigen kerkgebouw gingen en daar net even anders spraken over dezelfde God en net weer andere dingen lazen uit dezelfde bijbel. Ook dat zijn voorbije tijden. De grote beweging in de maatschappij heeft alles waar onze grootouders en ouders van dachten dat het vanzelfsprekend was, losgeschud en omvergehaald. Er bestaat grote onzekerheid over de toekomst van het instituut kerk. En hoe moet het dan verder met het verhaal van Jezus als het grondpersoneel in de beklaagdenbank zit of als een gedecimeerd leger nog wat rondzwerft maar weet dat de slag verloren is?

Het bijzondere van Pasen is dat je opnieuw ontdekt dat dit allemaal niet erg is. Dit bestaan met al zijn ups en downs laat zich niet beschrijven door wat wij zien en meemaken. Op Pasen waait het gordijn naar de andere wereld, voorbij aan onze dood, even open. Iemand die gekruisigd was, dood en begraven, laat zich opnieuw zien. De beweging om hem heen met enthousiaste vrouwen en mannen, die ter ziele ging bij de lijdensweg en dood van Jezus in en buiten Jeruzalem, blijkt op Pasen toch weer aarzelend op gang te komen. Onze waarneming schiet tekort, ook dat is Pasen. Het geloof is een poging van mensen om de diepste waarheid te bevatten. Maar hoe het echt is, kan geen mens begrijpen. En daarover gaat Pasen. We worden overweldigd door het licht in de morgen. Er komt iemand op ons toelopen. En dan blijkt alles al voorzien te zijn geweest. Dan blijkt dit leven waar we met zoveel moeite iets van proberen te maken – het breekt ons bij de handen af – een Godsgeschenk te zijn. Jezus zelf was een Godsgeschenk, de blinde bedelaar langs de kant van de weg ook, de vrouw die hem aanraakte bij een kwast van zijn mantel was een Godsgeschenk en zelfs Judas die zo graag vaart wilde maken en zich vergiste in de jaloezie van de machtige geestelijke leiders, was een godsgeschenk.

Pasen is dat alles anders is dan het lijkt. Het leven is geen optelsom van geslaagde en mislukte handelingen van mensen. In het verborgene hebben we allemaal een rol in dit bestaan. Maar we zijn meer dan onze rol in dit leven, we zijn ook, net als de Heer Jezus, kinderen van het licht, afkomstig uit een ander land. Hier op aarde hebben we met zorg en verantwoordelijkheid te leven en dat is zowel doen als laten. En hoe meer er verandert, hoe meer lessen we ondergaan. Hoe meer we botsen met elkaar over grote zaken als armoede, racisme en geweld, hoe meer we bezig zijn dat te doen waarvoor we hier op aarde zijn: God te vertegenwoordigen. Dat is wat Jezus ook deed. In het rijk van het licht waar de gedachten gelezen worden en de tijd en de afstand geen rol van betekenis spelen, bestaan geen wrijving en weerstand. Liefde is daar vanzelfsprekend. Maar hier op aarde, in het woeden der volken en in de levensgang van ieder mens, kan pas gebeuren waar het om gaat: wat echt van waarde is aan het licht brengen. Geloven is de kracht van de liefde beleven. Geloven à la Jezus is ten onder gaan aan al wat je bezielt en waar je voor staat in een keiharde wereld, maar niet echt. Dat is wat moest. Hier kunnen we de schoonheid aan het licht brengen, juist omdat er zoveel lelijkheid is. Hier pas blijkt hoe weldadig rechtvaardigheid is omdat het tot stand gebracht moet worden temidden van halfhartigheid en cynisme. Hier en nergens anders wordt de mens van een vreemdeling op aarde weer kind van God, zijn ware bestemming. Hier en nergens anders wijst de krokus aan beton zijn grens. Hoe kostbaar is een kwetsbaar mens.

Met muziek van Grieg aan het begin (Holberg Suite) en Rachmaninoff aan het eind (einde 1e deel van zijn 2e pianoconcert). Verder hoorde u het Adagio uit Concerto Quinto in d van Francesco Manfredini (1684-1762) en gezang 215 uit het Liedboek van de Kerken. Gelezen werd uit Lucas 24: 4-7. Het gebed kwam uit de bundel ‘Bij gelegenheid (II)’ van Sytze de Vries.
 

Deel deze column:

Andere gerelateerde columns: