Terug naar het overzicht

Taal

17 april 2010 /
Ds. Aart Mak

Het luistert nauw. De vorige keer had ik het nog over het bordspel Scrabble en hoe de fabriek in Engeland net als de kerk het spelen met woorden krampachtig probeert te moderniseren. Nu blijkt dat in datzelfde land een Duitse arts die de Engelse taal niet goed machtig was, een fout heeft gemaakt met dodelijke gevolgen voor zijn patiënt. Een commissie in Groot-Brittannië pleit nu voor taaltoetsen voor buitenlandse artsen. Het gebruik van woorden lund rommelen maar wat aan, redden zich eruit en zeggen bij thuiskomst dat ze een aardig mondje over de grens spreken. In de Europese Unie alleen al bestaan 23 officiële talen en om een Babylonische spraakverwarring te voorkomen hanteert men een soort ambtenaren Engels, vergelijkbaar met de elite in de Middeleeuwen die zich door Latijn te spreken met elkaar verstond. Maar in Frankrijk heeft met dat Engels nooit vertrouwd. Daar moet elke arts die in dat land wil werken in een sollicitatiegesprek laten merken dat hij of zij de Franse taal genoeg machtig is. Er zijn nu eenmaal talloze situaties in het leven dat elk misverstand moet worden uitgesloten.

Verkeerd taalgebruik kan dus leiden tot ongelukken. Dat werkt naar twee kanten. In de verkeerstorens van het vliegverkeer wordt Engels gesproken en dat is maar goed ook, want anders zouden er elke dag grote ongelukken gebeuren. Maar aan de andere kant is er die brief van aartsbisschop Eijk gericht aan zijn collega-bisschop De Korte. In die brief geeft hij volgens alle ingewijden een kille opsomming van wat er aan zijn collega niet deugt en aangezien die woorden geschreven en gedrukt staan, betekent dat allerlei onheil. Soms moet je de woorden die je bedenkt juist niet zeggen, laat staan dat je ze opschrijft. Taal zal verwoesting zaaien en alles zal zwichten en verwaaien wat op het licht niet is geijkt, staat in een prachtig lied van Huub Oosterhuis. Maar dat is juist een van de liederen die de aartsbisschop van Utrecht het liefst nooit meer zou willen zingen! Over taal gesproken. Is het u ook opgevallen dat Lucia de B. ineens weer Lucia de Berk heet? Wat een afkorting tot een stigma kan leiden! Het is de vrees van veel mensen om ooit als een misdadiger met een volledige voornaam en een enkele letter voor de achternaam in de krant genoemd te worden. Uit betrouwbare bron is vernomen dat Aart M., predikant te Bloemendaal, ’s nachts met zijn auto een tuin is binnengereden en daar, in kennelijk dronken staat, de heg, enige sierheesters en de vijverpartij heeft verwoest. En iedereen maar raden wie die persoon nu wel moge zijn! Lucia de Berk was de koning te rijk en daar heeft ook aan meegeholpen dat haar door minister Hirsch Ballin en allerlei andere hoge mensen van justitie zoals Harm Brouwer, uitgebreid excuses zijn aangeboden. Woorden zijn dus wel belangrijk. Het maakt veel uit wat je zegt en hoe en wanneer je het zegt. Vooral ook dat wanneer. Voor de nu nog enig levende Nederlandse overlevende van het vernietigingskamp Sobibor, Selma Engel-Wijnberg, kwamen de excuses te laat. Althans dat liet ze duidelijk merken. Haar kleindochter gaf er met een glimlach nog een aardige draai aan: misschien dat mijn grootmoeder morgen anders over de late maar gemeende excuses van minister Ab Klink denkt en de wending alsnog kan waarderen.

Woorden! De onlangs overleden Teddy Scholten won ooit het Eurovisiesongfestival met het liedje ‘Een beetje, verliefd is iedereen wel eens, dat weet je’. Ze heeft haar hele verdere leven last ervan gehad dat mensen dachten dat ze behalve het zingen van dit liedje verder nooit meer wat had gepresteerd. Dat is dan weer het lastige van beroemd zijn. Teddy Scholten heette trouwens van zichzelf Dorothea Margaretha van Zwieteren. Ik kan me voorstellen dat ze liever met die Engelse voornaam en de achternaam van haar man Henk de bühne betrad. Wat woorden al niet kunnen doen! Taal is en blijft een fascinerend gegeven. En nu heb ik nog niet eens over kardinaal Tarcisio Bertone, de tweede man van het Vaticaan, die de woorden homoseksualiteit en pedoseksualiteit door elkaar gooide. Hij had daar een belang bij en dat was het celibaat veilig stellen. Wie zulke grote belangen heeft, maakt van de taal een hutspot, zoals wij al eerder wisten van dictators als Stalin en de altijd met taal goochelende leiders van vroegere communistische landen. Maar gelukkig bestaat er ook nog een stichting die het tot haar taak rekent om de taal niet te laten verloederen. Ik wijs u graag op de Stichting Taalverdediging. Het is deze stichting al jaren een doorn in het oog dat het quasi-Engels van alle kanten het Nederlands binnendringt. Zo spreken wij ook in dit land tegenwoordig van een nanny, een buddy en van een arty sfeertje. Dankzij de mensen van deze stichting worden wij daar weer eens op geattendeerd. Tja, je moet toch wat om je dagen door te brengen. Maar ze hebben wel een beetje gelijk. Het loopt soms de spuigaten uit. In bedrijven wordt door managers een koeterwaals gesproken van Engelse woorden gevat in Nederlandse zinnen waar je helemaal dol van wordt. Terwijl de meeste Nederlanders jaloers zijn op de Vlamingen met hun fraaie Nederlandse taalgebruik, maken ze er zelf een rommelpotje van. Als u zelf ook wilt genezen van deze Engelse ziekte, is er een aardig boekje op de markt gekomen. Daarin kunt u lezen dat een loverboy in onze taal beter een huichelminnaar kan worden genoemd. En de Big Brother van George Orwell en dat tv-programma kan beter een loerbroer heten. En als u in de zomer op het Bloemendaalse strand een vrouw topless ziet rondlopen, dan zegt u voortaan dat u een vrijborstig vrouwspersoon heeft gezien. Het is trouwens opvallend dat in al die taalverschuivingen de kerk nog steeds nauwelijks last heeft van die quasi-Engelse woorden. Maar u moet wel opletten. Als u ergens in een kerk het woord be-amen tegenkomt, betekent dat doorgaans al niet meer dat de gemeente de zegen moet be-amen maar dat er op de muur iets wordt geprojecteerd met een beamer. Ja ja, het luistert nauw!

Met muziek van Grieg aan het begin (Holberg Suite) en Rachmaninoff aan het eind (einde 1e deel van zijn 2e pianoconcert). Verder hoorde u orgelmuziek van Reger (‘Alles ist an Gottes Segen’) en het lied ‘Aan het licht’ van Oosterhuis / Oomen, gezongen door Stijn van der Loo. Gelezen werd uit 1 Johannes 3: 18-20. Het gebed kwam uit de bundel ‘Bij gelegenheid (II)’ van Sytze de Vries.

 


 

Deel deze column:

Andere gerelateerde columns: