Terug naar het overzicht

Waarheid

22 mei 2010 /
Ds. Aart Mak

Een van de onverwachte merkwaardigheden van tegenwoordig is dat je vaak moet gissen naar de waarheid. We leven in het informatietijdperk en dat suggereert dat we allemaal meer informatie dan ooit tot onze beschikking hebben. Mevrouw Neelie Kroes, eurocommissaris voor ICT en telecom, zei deze week nog eens dat elke Europeaan over een paar jaar via een snelle internetverbinding alles moet kunnen vinden en weten wat hij wil. Aangezien dat ook nog eens goed voor de economie schijnt te zijn, zal dat vast wel een keer voor het jaar 2020 lukken. Maar ook hier geldt dat veel kunnen weten nog niet wil zeggen dat je ook weet wat waar is.

In elk geval willen we temidden van die overvloed van informatie die de gemiddelde Nederlander nu al kan krijgen, wel heel graag echt zijn. Een politicus geloven we inmiddels haast niet meer op wat hij zegt maar vooral op hoe hij het zegt. En dan kan een pruillip een hele campagne teniet doen. De huidige lijstrekkers van de Nederlandse politieke partijen worden achter de schermen op de huid gezeten om zich zo elegant, mooi en betrouwbaar mogelijk te verkopen. Het oog wil ook wat, zeker als het oor het allemaal niet meer kan bijbenen. En zo zien we hoe Mark Rutte als een volwassen vent uit zijn as herrijst nadat hij eerder als een melkmuil die nog bij moeder thuis woonde, werd weggezet. Het laatste was overigens helemaal niet waar, ook vier jaar geleden niet. dat laatste is een voorbeeld van imago. Imago is een mooi oud woord dat tegenwoordig vaak gebruikt wordt om aan te geven dat het erom gaat hoe je overkomt. Om die reden moest ooit de politiek briljante Ad Melkert die onderuitgezakt en nauwelijks geïnteresseerd tegenover de stralende en welbespraakte Pim Fortuyn zat, het veld ruimen na een daarop volgende smadelijke nederlaag van zijn partij. Niemand wilde meer weten wat hij zei, iedereen zag wat hij had uitgestraald, zoals dat tegenwoordig heet: alsof elk mens een zelfstandige zendinstallatie is die van alles uitstraalt.

Hoe het zij, dit alles heeft nog weinig te maken met een antwoord op de waarheidsvraag. Alle politieke partijen hebben door het Centraal Planbureau laten doorrekenen wat hun partijprogramma’s voor de portemonnee van de burger opleveren. Het interessante is dan vervolgens hoe al die informatie dan weer zo uitgelegd wordt dat je er al met al niet veel wijzer van wordt. Much ado about nothing, laat Shakespeare een van zijn figuren zeggen, veel gedoe om niets. Iets vergelijkbaars geldt ook voor Thailand. Vreselijke situatie daar, ineens besef je weer wat een ravage een burgeroorlog uitricht. Maar nu de overheid met het leger hard ingegrepen heeft, laten beide partijen weten dat ze de winnaar zijn, ook dus de rebellerende in rood gehulde Thais. En je komt er niet achter wat de waarheid is. Over een tijd pas waarschijnlijk. Dit bedoel ik dus met het informatietijdperk waarin wel veel woorden en meningen over ons allemaal worden uitgegoten, maar waarvan we in het algemeen weinig wijzer worden. Misschien herinnert u zich nog de man die in 2006 de Tour de France won. Hij heette Floyd Landis en omdat hem een positieve dopingtest was afgenomen, werd hem de zege afgenomen. Hij haalde jarenlang zijn gram, zei dat het niet waar was en zegt dan nu, bijna vier jaar later, dat hij wel gebruikt heeft en vervolgens ook nog eens dat iedereen dat eigenlijk al jaren doet. De bekentenis wordt dus gelijk weer gevolgd door een nieuw rookgordijn.

En zo zijn we allemaal schatplichtig aan de heer Joseph Goebbels die in de jaren ’30 en ’40 van de vorige eeuw als geen ander wist te manipuleren met de waarheid. Minister van propaganda was hij onder Adolf Hitler. Hij ontdekte als een van de eersten hoe je de massa’s kon manipuleren, hoe je mensen een goed gevoel kon geven en vooral hoe je het nieuws zo kon verdraaien dat het net leek alsof zelfs een nederlaag nog een overwinning was. Tot de frontsoldaten thuis keerden. Iets vergelijkbaars maar onschuldigs zullen we deze zomer meemaken als 32 voetbalelftallen tegen elkaar gaan spelen in Zuid-Afrika. Voetbal is oorlog, zie een Nederlandse trainer ooit. Van tevoren is haast elke ploeg kansrijk, nederlagen zullen als een bijna-overwinning worden uitgelegd en tenslotte zullen we pas op het eind zien hoe het echt zit, ondanks alle camera’s en journalisten die ons nu elke dag overspoelen met feiten en opinies.

Ik voorspel dat we in dit informatietijdperk waar voorlopig geen einde aan zal komen, behoefte gaan krijgen aan een waarheid die nu nog door de meeste mensen als betrekkelijke onzin wordt weggezet. Dat is de waarheid die persoonlijk en ten diepste religieus is. Sterker nog, je kunt de hele wereld winnen en voor iedereen het ideale rolmodel zijn, maar als je daarbij je ziel verliest, dan heb je er niets mee gewonnen. In de nieuwe bijbelvertaling staat ‘het leven erbij inschieten’. Maar daarmee valt de betekenis weg dat het er vooral om gaat dat je je ziel (je zelf) kwijtraakt. Dat is wat Jezus volgens mij bedoelt en wat past bij zijn uitstraling – om nu eens een modern woord te gebruiken – en vooral bij zijn woorden. Het is de waarheid over de mens die in dit tijdperk weliswaar als een mondig individu wordt gepresenteerd, maar in de praktijk vaak als niet meer dan stemvee of consument wordt gezien. Mens, waar ben je en vooral: wie is je naaste? Het zijn de twee eerste vragen van de bijbel die tot aan het einde der tijden de belangrijkste vragen zullen blijven. Als de mensenzoon zoals Jezus zichzelf het liefste noemde, voor de populistische Pilatus staat, laat hij deze verder in zijn sop gaar koken. De waarheid van de binnenkamer, dat wat je voor Gods aangezicht over jezelf zegt, onttrekt zich volkomen aan allerlei mensen die alleen maar met macht en met zichzelf bezig zijn, toen en nu. Het blijft dus in elke tijd nodig dat er een wind opsteekt en alles losmaakt wat vastzit, vooral heilige huisjes en vooropgezette meningen. Pinksteren, het feest van de Geest, is het meest begrijpelijke en noodzakelijke feest van het christendom.

Met muziek van Grieg aan het begin (Holberg Suite) en Rachmaninoff aan het eind (einde 1e deel van zijn 2e pianoconcert). Verder hoorde u een fragment van de componist Morini en het lied ‘Zomaar ene dak boven wat hoofden’. Gelezen werd uit 1 Korinte 2: 12. Het gebed kwam uit de bundel ‘Bij gelegenheid (II)’ van Sytze de Vries.

Deel deze column:

Andere gerelateerde columns: