Terug naar het overzicht

Wild

14 maart 2019 /
Aart Mak

Er was eens een wilde gans. In het najaar, tegen de tijd van de trek, bemerkte hij een paar tamme ganzen. Hij vatte genegenheid voor hen op, het leek hem een schande van ze weg te vliegen, hij hoopte hen voor zich te winnen, zodat zij - als de trek begon - zouden kunnen besluiten hem te volgen. Daarom probeerde hij op allerlei manieren met hen in aanraking te komen, hen er toe te brengen een beetje hoger te stijgen en dan weer een beetje hoger, in de hoop dat zij mogelijk de trek zouden kunnen volgen, verlost uit dit beklagenswaardige middelmatige leven, dat zij als achtenswaardige tamme ganzen, waggelend op de grond doorbrachten.

In het begin vonden de tamme ganzen hem erg vriendelijk; zij hielden van de wilde gans. Maar al spoedig werden zij hem moe, zij werden hatelijk tegen hem en lachten hem uit als een fantasierijke dwaas zonder ervaring of wijsheid. Helaas, de wilde gans had zich zozeer met de tamme ganzen ingelaten dat zij macht over hem hadden gekregen, hun woorden hadden waarde voor hem - en ten slotte liep het erop uit dat de wilde gans een tamme werd. In zekere zin kan men zeggen dat het heel mooi was wat de wilde gans nastreefde. Maar toch was het een vergissing; want - zo is de wet - een tamme gans kan nooit een wilde gans worden, maar een wilde gans kan heel goed een tamme worden.

Zou het op een of andere manier toch nog prijzenswaardig zijn, wat die wilde gans deed, dan had hij in ieder geval voor één ding moeten zorgen: hij moet zichzelf blijven. Zo gauw hij bemerkte dat de tamme ganzen op een of andere manier macht over hem kregen - dan weg, met de trek mee!

Wees daarom op je hoede…

(verhaal van de Deense filosoof Søren Kierkegaard)

Tags - aanpassing - tamme gans - vrijheid - wilde gans

Deel deze column:

Andere gerelateerde columns: