Het is zaliger te geven dan te ontvangen

28 januari 2019 /
Aart Mak

Preek gehouden door Aart Mak op 8 februari 2017

Meditatie thema: ‘Het is zaliger te geven dan te ontvangen’  n.a.v. Handelingen 20: 29-35

 Handelingen 20: 29-35

29 Zelf weet ik, dat na mijn heengaan grimmige wolven bij u zullen binnenkomen, die de kudde niet zullen sparen;
30 en uit uw eigen midden zullen mannen opstaan, die verkeerde dingen spreken om de discipelen achter zich aan te trekken.
31 Waakt dan en herinnert u, dat ik drie jaren lang nacht en dag niet heb opgehouden ieder afzonderlijk onder tranen terecht te wijzen.
32 En nu, ik draag u op aan de Here en het woord zijner ​genade​, aan Hem, die bij machte is te bouwen en het erfdeel te geven onder alle ​geheiligden​.
33 Ik heb niemands zilver of goud of kleding begeerd;
34 zelf weet gij, dat deze handen in mijn behoeften en in die van hen, die bij mij waren, hebben voorzien.
35 Ik heb u in alles getoond, dat men door zo te arbeiden zich de zwakken moet aantrekken en zich de woorden van de Here ​Jezus​ herinneren, die zelf gezegd heeft:
Het is zaliger te geven dan te ontvangen.

Het is zaliger te geven dan te ontvangen

Paulus in Handelingen 20: 29-35 schrijft: ‘Ik weet dat er na mijn vertrek woeste wolven bij u zullen binnendringen, die de kudde niet zullen ontzien. Uit uw eigen kring zullen mensen voortkomen die de waarheid verdraaien om de leerlingen voor zich te winnen. Wees daarom waakzaam en vergeet niet hoe ik ieder van u drie jaar lang dag en nacht onder tranen steeds weer raad heb gegeven.

Nu vertrouw ik u toe aan God en aan het evangelie van zijn genade, dat onze gemeenschap kan opbouwen en dat het beloofde erfdeel zal schenken aan allen die hem toebehoren. Geld of kleding heb ik van niemand verlangd; u weet wel dat ik eigenhandig heb voorzien in mijn levensonderhoud en dat van mijn metgezellen. In alles heb ik u getoond dat u de zwakken zo, door hard te werken, moet steunen, indachtig de woorden van de Heer Jezus, die immers gezegd heeft: “Geven maakt gelukkiger dan ontvangen.”’ Mooie uitspraak, het is beter te geven dan te ontvangen. U mag ook zaliger zeggen. Het aardige is dat deze uitspraak van Jezus nergens terug te vinden is in de Bijbel. Paulus citeert hem vanzelfsprekend, maar wat je er ook op naslaat, het staat nergens.

Kun je nagaan dat niet alles wat in die eerste eeuwen aan teksten van en over Jezus circuleerde, in de bijbel is terecht gekomen. De belangrijkste reden dat we voetstoots mogen aannemen dat Jezus dat ooit zo gezegd heeft, is dat dit volkomen in zijn geest was. Wie anders dan hij sprak voortdurend over geven en vergeven? Wie anders dan hij liet zien en riep op om zoveel mogelijk weg te geven? En wie was het ook alweer die zelfs zijn eigen leven gaf? Dat het beter of zaliger is te geven dan te ontvangen, past dus helemaal bij Jezus.

Het past ook om dat in deze tijd nog maar weer eens te zeggen. Het gaat naar het mij voorkomt, tegenwoordig steeds meer om mannetjesmakerij. Er wordt geroepen dat wij ons moeten handhaven. Dat we de grenzen dicht moeten doen. Dat we veel te toegeeflijk zijn geweest. Gesprekken waarin gegeven en genomen wordt, worden verdacht gemaakt. Je moet je presenteren, van je afblazen, de ander schrik aanjagen. Liever een tweet waarin je precies zegt wat je vindt, dan een open houding met nieuwsgierigheid naar wat een ander vindt.
Dat lijkt nu de tijdgeest, hoewel ik ook weet dat het verzet daartegen groeiende is. Hoe absurd is het dan te zeggen dat het beter is te geven – zelfs dat het gelukkiger maakt – dan te ontvangen?

Eerlijk gezegd vind ik het niet absurd. Het is in mijn beleving zelfs een verwoording van de kern van het christendom. We hebben het in dit geloof namelijk niet alleen over Jezus die zichzelf gaf, maar ook over een God die zichzelf voortdurend weggeeft en opdeelt. Althans dat is mijn idee over God zoals ik dat heb geleerd in de bijbel en christelijke traditie. God geeft zich volledig aan de wereld en aan de mens. Hij lijkt er haast in op te gaan. Misschien is dat ook wel zo, alsof hij oplost in wat Hij gemaakt heeft.
Het is zijn Geest die volgens het Pinksterverhaal zich verspreidt over de hoofden en harten van mensen. Hij duikt in ons onder om in ons aan het licht te komen. God is zelf de eeuwige gever. Dat is de beweging waarin mensen worden opgenomen. Een stroom van goedheid zonder begin en einde.

Daarover nadenkend, zou ik zeggen dat dit heel krachtig het wezen van het christendom weergeeft. Wij zijn er niet voor onszelf maar voor de ander. Heb uw naaste lief als was hij u zelf. Dat is het grenzeloze van het christendom dat tegelijk een groot risico vormt voor zijn voortbestaan. Je kunt beter afbakenen, je terrein markeren en je tegenover de ander opstellen. Degene die geeft lijkt te verliezen wat hij heeft maar daar gaat het volgens het christelijk geloof juist om. Wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen. Het gaat niet om te hebben maar om te zijn. Het gaat niet om op jezelf te blijven – in je fort, je eigen gelijk - maar je te verbinden met de ander en daardoor zélf te veranderen.

Paulus vertrouwt deze grootse levensles toe aan mensen met wie hij drie jaar is omgegaan en van wie hij afscheid neemt. De tijden zullen veranderen. Hoe actueel voelt het dat hij wijst op de gevaren van wolven die de kudde zullen binnendringen en mensen die van binnenuit de waarheid zullen verdraaien. Alles van waarde is altijd weerloos. De gelovige die zich niet bekommert om zichzelf kan altijd weggevaagd worden. Alsof liefde niet mag zijn. Het zijn spannende tijden nu iemand die de waarheid verdraait en niets lijkt te begrijpen van de eenvoud en liefde van Jezus, in de VS aan de macht is gekomen. En ook in Europa staan populisten zoals hij zich te verdringen om aan de macht te komen, met hun vertekening van de werkelijkheid en met hun meedogenloze opstelling naar de zwakken.

Intussen is het geboden door te gaan, hard te werken, er voor de zwakken te zijn en te blijven geven, lees ik bij Paulus. Nog één ding, over geven gesproken. Je kunt op verschillende manieren geven. De joodse geleerde Maimonides (112e eeuw) heeft dat wel eens opgeschreven. De hoogste vorm van geven is in zijn ogen dat iemand zelfstandig wordt door jouw gift. De laagste vorm van geven is aan iemand een prul geven met een liefdeloos hart. En daar zitten allerlei vormen van geven, van hoog tot laag tussen. Maar die hoogste vorm, is dat niet veelzeggend? Zou dat eeuwige geven van God, de hoogste vorm van geven, niet wel eens bedoeld kunnen zijn om mensen zelfstandig te maken? Iets om over na te denken en allerlei vormen van afhankelijkheid, vaak godsdienstig gefundeerd, eens kritisch tegen het licht te houden!

Intussen wens ik u veel grootmoedigheid, ruimhartigheid, vrijgevigheid en royaliteit toe in uw leven. Van uw kant dan gezien, om zo anderen tegemoet te treden.
Al mag u wat mij betreft ook vertrouwen op het omgekeerde, dat God zelf voortdurend klaar staat om u grootmoedig, ruimhartig, vrijgevig en royaal te benaderen.

Amen.

Deel deze column:

Andere gerelateerde columns: