Terug naar het overzicht

Angst (3)

28 augustus 2010 /
Ds. Aart Mak

De 33 Chileense mijnwerkers die al zeventien dagen bijna 700 meter onder de grond vast zitten, leven nog, zo werd de afgelopen week duidelijk. Nu precies een week geleden vernamen reddingswerkers voor het eerst een teken van leven. Via een sonde die ze naar beneden hadden gelaten hoorden ze getik. De mijnwerkers wisten een briefje aan de sonde vast te maken, met daarop het bericht: alle 33 van ons maken het goed in de schuilplaats. Terwijl heel Chili dol van vreugde was, drong ook een andere boodschap langzaam door. Het duurt nog vier maanden voor de kompels weer naar boven kunnen. Zo lang duurt het voor er een schacht gegraven is waardoor mensen naar boven kunnen komen.

Over angst gesproken. Ik wil niet verhullen dat het verhaal over de Chileense mijnwerkers mij nogal eens bezig hield, als een mug die ’s avonds laat weer in beweging komt als je bijna in slaap valt. Eerst was er het angstaanjagende idee dat mensen levend begraven zouden sterven, zonder enige kans op redding. Nu probeer ik me voor te stellen wat het is om 700 meter onder de grond met 32 anderen vier maanden te moeten wachten op redding. Dat moet te doen zijn, denk ik dan quasi dapper, maar het idee dat er een gewicht van bijna 700 meter aarde boven je hoofd zit, zou ik haast niet kunnen verdragen. En ik weet dat ik lang niet de enige ben die alleen al door de gedachte hieraan kan verstarren van angst. Angst waarover ik het al eerder had op dit ochtenduur, kan een mens inderdaad lamleggen. Er is in de moderne tijd een aantal erkende psychische aandoeningen die we fobieën noemen. Dan spreken we van ziekelijke angsten die niet in verhouding staan tot de realiteit van datgene waarvoor iemand bang is. Mensen beelden zich in dat er van alles verkeerd kan gaan, denk aan hoogtevrees of pleinvrees, terwijl de kans dat er iets verkeerd gaat, vrijwel nihil is. Maar je zult het maar hebben! Nu kan in veel gevallen hier wel psychische hulp worden geboden. De moderne psychotherapie heeft hier allerlei trainingen voor ontwikkeld. Maar niemand zal beweren dat het verschijnsel angst uit ons leven kan worden gebannen. Angst hoort structureel bij het menszijn. Zonder angst zouden we als mensheid nooit de alertheid hebben ontwikkeld om in allerlei noodsituaties te leren overleven. De angst in ons persoonlijke leven is een soort alarmsysteem dat helpt om de risico’s goed af te wegen en situaties te vermijden of juist aan te gaan, met alle moed die je bij elkaar geschraapt hebt.

De vorige keer eindigde ik met de opmerking dat je angst kunt hebben voor de duisternis, maar net zo goed voor het licht. Die angst voor het duister is genoegzaam bekend. Zie het voorbeeld van de mijnwerkers in Chili, maar ook van kinderen die een lampje ’s nachts op hun slaapkamer willen hebben branden. Angst voor het licht bestaat evengoed, maar speelt zich mijns inziens af op een ander niveau van onze ziel. Het is de angst voor verandering. Het is de angst van de trouwe bijbellezer dat de wereld volgens de wetenschap niet in zes dagen is gemaakt en dat dus zijn geloof op drijfzand is gebaseerd. Het is ook de angst van de man voor de vrouw die even veel of zelfs meer verstand van allerlei zaken heeft. De angst voor het licht speelt volgens mij een grote rol in allerlei geloof. Het eeuwenlang beklemtonen van de grote zonde van de mens had zeker ook te maken met de angst om geestelijk volwassen te worden. Want volwassenheid vergt verantwoordelijkheid. Het is veel veiliger om geestelijk kind te zijn en afhankelijk te blijven van goddelijke genade in de vorm van woord en sacrament. Angst speelt vooral een grote rol in allerlei vormen van religieus fundamentalisme. Het is de angst voor verandering en vooruitgang. Het idee dat het heilige boek de waarheid voor eens en altijd bevat, of de overtuiging dat er een heilige tijd, een gouden eeuw, bestond waarnaar teruggekeerd moet worden, spelen bij dat fundamentalisme een grote rol. Het komt in alle godsdiensten voor.

De angst voor het licht uit zich meestal in scheve machtsverhoudingen. Er zijn mensen die het weten en onwetenden, er zijn heersers en dienaren, er zijn mensen die erbij horen en anderen die buitengesloten worden. Zowel de Taliban als de fanatieke Joodse kolonisten en evengoed de christenen van de Amerikaanse Tea Party vrezen niet alleen allerlei vooruitgang en verlichting, maar willen vooral macht. Onderdrukking en geweld spelen in dergelijke fundamentalistische bewegingen altijd een grote rol. Onze eigen Geert Wilders heeft gelijk als hij de angst voor een moraal van lijstraffen, onderdrukking van vrouwen en homo’s, afgedwongen gehoorzaamheid zonder te mogen nadenken en onderdrukkende heilige teksten, verwoordt. Maar hij doet het verkeerd. Hij is zelf de schaduw geworden van wat hij bestrijdt, hij is beledigend, autoritair en discriminerend. Bovendien verzamelt hij mensen om zich heen die zich hebben laten vangen door hun angst voor vreemdelingen die weer een dunne deken is bovenop de angst er zelf in de toekomst bekaaid af te komen.

Het zijn spannende tijden, wereldwijd en ook in dit land. Allerlei angst voor wat er kan gebeuren, is tamelijk dominant in allerlei verhalen. Angst voor watersnood of watergebrek, angst voor de gevolgen van de opwarming van de aarde. Angst voor de opkomende macht van China en de navenante teloorgang van Europa en alle voorzieningen die wij hier hebben (pensioenen). Angst voor immigranten, angst voor te veel oude mensen, angst voor vandalisme op straat, angst voor het ontbreken van fatsoen in de omgang met elkaar. Ik kan u met gemak vermoeien met de ene angst na de andere. Maar dat gaat dan wel lijken op de angst voor de enorme massa grond van 688 meter diep in Chili. Je kunt het ook anders zien: er zijn 33 mensen die gered gaan worden. De angst doet ons verlammen bij de gedachte aan de enorme watermassa’s in Pakistan. Je kunt het ook anders zien: er zijn daar 20 miljoen mensen die geholpen gaan worden. De angst maakt ons benauwd over de toekomst van Nederland, we praten over mensen als statistische gegevens. Je kunt het ook anders zien. Juist al die nieuwe mensen met hun andere cultuur en geloof hebben we nodig in de nabije toekomst, nu we vergrijzen en veel handen nodig hebben om de boel hier draaiende te houden. Angst verandert lastige situaties in rampen en moeilijke medemensen in vijanden. Je kunt het ook anders zien. Juist het christendom spreekt al eeuwen van een zich zelf vergetende en zich voortdurend aanpassende God. Dat doet Deze omwille van de liefde. Wie mij liefheeft, volge mij en neme ook zijn kruis voor lief, zegt Jezus dan. Dat kan hij alleen maar zeggen omdat hij overtuigd is van de alles overwinnende kracht van de liefde. Waar liefde de kans krijgt, slinkt elke angst zienderogen.

Met muziek van Grieg aan het begin (Holberg Suite) en Rachmaninoff aan het eind (einde 1e deel van zijn 2e pianoconcert). Verder hoorde u muziek van Purcell en gezang 435 uit het Liedboek. Gelezen werd uit Jesaja 8: 11-13.. Het gebed kwam uit de bundel ‘Zeggen en zwijgen’ van een redactie o.l.v. o.a. Marcel Barnard.

 

Deel deze column:

Andere gerelateerde columns: