Terug naar het overzicht

Hervorming

30 oktober 2010 /
Ds. Aart Mak

Ik wed dat u vanmorgen toen u wakker werd niet gedacht heeft: ‘Ha, fijn, vandaag is het hervormingsdag! Vandaag gaan we de Vaste Burcht zingen en ga ik voor mezelf heerlijk een uurtje lezen in de Institutie van Johannes Calvijn.’ Dat heeft u vast niet gedacht. Maar vandaag is het wel 493 jaar geleden dat Maarten Luther zijn 95 stellingen tegen de aflaatpraktijken van Johannes Tetzel op de kerkdeur van de slotkerk van Wittenberg spijkerde. Dat wordt gezien als het symbolische begin van de Reformatie. Maar nogmaals, ik vermoed niet dat uw hart na het wakker worden opsprong van blijdschap omdat u vandaag herdenkt dat u hervormd, gereformeerd, luthers, remonstrant of doopsgezind bent. De hele reformatie, of met een goed Nederlands woord: hervorming, is al tijden niet meer zo in.

Ook het nieuwe kabinet Rutte had in alle vaart en verve waarmee de jeune premier zijn voornemens aan het parlement voorlegde, nauwelijks hervormingsvoorstellen in de aanbieding. Er wordt niet ingegrepen op de woningmarkt en de arbeidsmarkt en men laat zowel de natuur als de cultuur behoorlijk aan hun lot over. Hervormen is dus niet zo in. Ook de huidige Rooms-katholieke kerk is helemaal niet bezig met hervormen. Daar is het toch allemaal begonnen. Maarten Luther was nooit van plan die kerk te verlaten. Wel wilde hij dat aan allerlei misstanden zoals de aflaat, de simonie, de corruptie, de te grote rijkdom van de kerk een einde zou worden gemaakt. Dat is dus anders gegaan dan hij dacht. Hij werd gedwongen alles wat hij had gezegd te herroepen, kon en wilde dat niet doen omdat zijn geweten was gevangen in Gods woord, zoals hij zei, werd in de keizerlijke ban gedaan en geëxcommuniceerd door de kerk van Rome. En zo is het begonnen en dan heb ik het nog niet eens over de in tijd eerdere Hussieten, de Waldenzen, de Moderne Devoten hier in Nederland aan de IJssel en natuurlijk de tijdgenoten van Luther zoals Zwingli, Bucer, Melanchton, Bullinger, Menno Simonsz, Farel en de wel al eerder genoemde Calvijn.

Het punt is dat we ons op een dag als 31 oktober beter kunnen afvragen wat er nu bij ons hervormd of gereformeerd zou moeten worden, dan ons al te veel te verdiepen in het verleden van een half millennium. Omdat de kerk tegenwoordig met al haar goede bedoelingen toch maar wat voortsukkelt en amper aantrekkelijk is voor jongere generaties, doe ik gratis een aantal voorstellen voor een frisse, hervormende aanpak van de hedendaagse kerk. Het zijn er geen 95, ik spijker ze ook niet op een deur, maar loop wel even uw gedachten binnen. Daar gaat’ie dan: Eén. Alle kerken moeten voortaan altijd open zijn. Nu lijken de meeste kerken wel een clubgebouw. Dat zijn ze ook. De mensen vormen een club in plaats van een open, gastvrije gemeenschap te zijn voor iedereen die even op adem wil komen. Twee. In alle kerken is gelegenheid om kaarsen te branden, op te schrijven in een boek wat je dwars zit of waar je geweldig blij om bent en is iemand aanwezig die gewoon, alleen maar even de tijd voor je heeft, meer niet, maar ook niet minder. Drie. In al die kerken, groot of klein, maar met de deuren nooit meer op slot, ligt een Bijbel ergens in het midden. Maar naast die Bijbel zijn er evengoed andere heilige boeken, zoals de Koran, de Bhagavad Gita, de Kitab-i-Agdas, Boeddhistische geschriften, de I Ching, de Talmoed en ook allerlei apocriefe geschriften zoals het Evangelie van Thomas en de Alchemist van Paolo Coelho. Dit alles om aan te geven dat we als mensheid met elkaar verbonden zijn in onze zoektocht naar waarheid en rechtvaardigheid, al staan in een kerk ook de Christus en diens woorden altijd centraal. Vier. Niet alleen de Rooms-katholieke kerk maar ook alle andere kerken tekenen een verklaring dat ze in de loop der tijden het vaak bij het verkeerde eind hebben gehad en mensen onheus hebben bejegend. Dat geldt de wetenschappers die op de brandstapel kwamen omdat ze voet bij stuk hielden dat de aarde niet plat en ook niet het centrum van het heelal was. Dat geldt de ketters die in Gods naam gemarteld en vermoord werden. Dat geldt de vrouwen die altijd moesten horen dat ze tweederangs wezens waren. Dat geldt de niet blanke mensen in deze wereld (heeft u gelezen dat de gemiddelde mens bruine ogen en een karamelkleurige huid heeft?) die met hun cultuur en ideeën over god nogal eens te vuur en te zwaard werden gedwongen zich te bekeren. En dat geldt de jonge mensen van wie een fors aantal de rest van hun volwassen leven nooit meer een alleenstaande man in een crèmekleurige, bruine of zwarte pij durft te vertrouwen.

Vijf. De kerken spreken met elkaar af dat ze één ding zeker weten, namelijk dat je over God nooit iets zeker kunt weten. Zelfs als mensen zeggen dat ze zeker weten dat God liefde is, zullen die mensen moeten aanvaarden dat er andere mensen zijn die zich daarbij niets kunnen voorstellen gezien alle ellende ie ze hebben ondergaan in concentratiekampen, Goelag Archipels of als getuige van onzinnige spelingen van het lot. God is dus een groot geheim, net als het leven, waar we beurtelings verrukt van zijn of verschrikt door raken. Maar daar gaan nu net geloof en religie over. Alles wat we over het geheim zeggen, is tastenderwijs en we spreken dus af dat niemand meer doet alsof hij het wel weet. Zes. De nieuwe soort kerk die ik bij deze introduceer is een kerk waar mensen zich veilig voelen. Veilig voor een overheid of een omgeving die hen kan bedreigen en benauwen. Veilig voor medemensen met hun eeuwige commentaar en vooroordelen. Alle in 1948 door de wereldsamenleving aanvaarde rechten van de mens gelden in de kerk. De kerk is zelfs voortaan de plek waar we juist oefenen in het eerbiedigen van elkaars menszijn omdat dat nogal eens in de wereld niet of te weinig gebeurt. Zeven. In de kerk heerst rust. Er wordt soms wat gelezen, gezegd of gezongen. Maar stilte is het hoogste goed. Dat helpt voor mensen om uit hun drukke hoofd te stappen en dichter bij hun hart te komen. Dat helpt ook om meer van God te begrijpen. Want stilte is de meest sprekende eigenschap van God, voorzover wij ons bij Hem of Haar iets kunnen voorstellen.

En daarmee stap ik weer weg uit uw gedachten. Hervormen moet je niet gedenken maar doen. We gaan niet meer praten over Luther, we gaan goed lutheren, dat is geen leuteren maar luisteren. Ook geen gedoe over Zwingli meer, maar gewoon lekker swingen. Geen wie was Calvijn ook al weer, maar de boel opkalefateren en onszelf netjes coifferen. Gewoon mee beginnen, met die grote schoonmaak. Nu eens niet in het voorjaar, maar in het najaar. Lekker fris! Hervormen begint bij jezelf.

Met muziek van Grieg aan het begin (Holberg Suite) en Rachmaninoff aan het eind (einde 1e deel van zijn 2e pianoconcert). Verder hoorde u muziek van Huib Kranendonk en gezang 294 uit het Liedboek van de kerken. Gelezen werd uit 1 Koningen 19: 11-13. Het gebed kwam uit de bundel Bij gelegenheid (II) van Sytze de Vries.


 

Deel deze column:

Andere gerelateerde columns: