Terug naar het overzicht

Lichtgeraakt

14 maart 2010 /
Ds. Aart Mak

Op de dag dat ze in Rotterdam de stemmen aan het hertellen waren als waren het besmettelijke stukjes papier, viel de Tweede Kamer languit over een eenmalig tijdschrift op glimmend papier, een zogenaamde glossy, met de naam Gerda, gewijd aan de demissionaire minister van landbouw. En terwijl in Chili Sebastian Piñera beëdigd werd tot nieuwe president, trilde in dat voor ons zo verre land de aardbodem opnieuw met schokken van 7.4 op de schaal van Richter. De ravage werpt dat land als het niet alle zeilen bijzet terug tot een niveau waarbij alleen de sterksten gaan overleven. Hier in Nederland met zijn zompige en ook al lang niet meer rustige ondergrond bleef het CDA in verwarring achter omdat één van de meest talentvolle ministers van het gevallen kabinet te kennen gaf er de brui aan te willen geven. Te hard gewerkt, te weinig privé-leven en aan dat laatste wil hij nu meer aandacht schenken. Het gebeurde op dezelfde dag dat de altijd opvallend aanwezige politicus en begaafde spreker in het openbaar Hans van Mierlo de laatste adem uitblies. Hij was iemand met een katholieke achtergrond en een van de voormannen van de generatie die zich aan de voogdij van de kerk ontworstelde. Die katholieke kerk weet met haar rituelen overigens niet van wijken want op dezelfde dag dat al dit tot nu toe beschrevene gebeurde, zegende een dienaar van die kerk ergens 25 meter onder de grond in Amsterdam een kolossale boor in. Met gewijd water werd aan de heilige Barbara gevraagd of de machine met de naam Noortje haar gezegende werk zonder ongelukken mocht verrichten. Dit noemen we dus voortaan het echte boorwater. Even verderop, in de derde stad van Nederland, werd Geert Wilders, omgeven door in donker pak gestoken veiligheidsmensen, tot nieuw gemeenteraadslid van Den Haag benoemd. En ook op die dag, maar nu in Italië, lukte het de glamourboy Berlusconi om de Italiaanse justitie die nog een aantal appeltjes met hem te schillen heeft, voor de zoveelste keer tijdelijk buitenspel te zetten. In Athene gingen op dezelfde dag tienduizenden boze Grieken de straat op vanwege de gigantische bezuinigingen die de regering wel moet doorvoeren en in het Midden-Oosten gebeurde er helemaal niets, terwijl er juist wel iets had moeten gebeuren: een aarzelend begin van vredesbesprekingen.

Soms kan één dag meer dan andere dagen duidelijk maken dat we in een woedende wereld leven. En aangezien steeds meer mensen ook niet meer een grote gedachte of een sterk geloof hebben om op terug te vallen en zo de woelige baren van de levenszee op rustige wijze te trotseren, gaan we met elkaar steeds meer op alsmaar lichtgeraakte jonge mensen lijken die niet zeker zijn van zichzelf en voortdurend heen en weer worden geslingerd tussen de drang om erbij te willen horen en de neiging om zich terug te trekken. Het is niet voor niets dat juist in deze onrustige tijden zich ook het demasqué voltrekt van de grote rooms-katholieke wereldkerk. Er is geen weg terug meer. Alle romantiek over kostscholen en internaten en een overzichtelijk hiërarchisch geordend leven met rokken dragende gezagsdragers, is voor altijd verdwenen achter een pijnlijk waas van een fors aantal priesters, paters en plebanen dat geen weg wist met die vreemde lichamelijke gevoelens. En zo zoeken we allemaal onze weg en draaien min of meer rondjes in dit inmiddels van tienduizenden rotondes voorziene land, met scooters of met rollators, omdat we niet weten waar de uitweg naar meer rust en geluk is en helemaal niet meer weten of er nog ooit wel zo’n leven mogelijk is waarin het overzichtelijk en ordelijk is.

We leven in een maatschappij waar we elkaar dicht op de huid zitten en dat hebben we met elkaar geleidelijk aan zo gewild. Ooit was er de afstand, mede veroorzaakt door de klassentegenstellingen en ook trouwens door de teil waarin de meesten zich hoogop eenmaal per week wasten. De lijflucht zorgde er wel voor elkaar niet drie maal te zoenen maar op z’n hoogst een hand te geven. We zeiden te allen tijde u tegen een ouder iemand, hielden gepaste afstand en vroegen beleefd belet om ontvangen te worden. De klompen en schoenen bleven achter in de bijkeuken en de meubels in de mooie kamer werden slechts een dag in de week aangeraakt, evengoed als het zondagse servies. Dat is allemaal anders geworden. We lopen en klauteren nu over elkaar heen als kinderen die door hun ouders achtergelaten zijn in de ballenbak van IKEA. We willen tegenwoordig alles van elkaar weten en hebben natuurlijk een camera bij de hand voor de gevoelige momenten. De huid is na de ogen het belangrijkste zintuig geworden. We willen het allemaal zelf voelen, beleven en meemaken. We willen geraakt worden omdat we denken dat het leven anders dodelijk saai zou zijn. Nogmaals, dit is wat we met elkaar min of meer gewild hebben. En dan moet niemand zich verbazen als steeds meer mensen lichtgeraakt, overgevoelig en in de dagelijkse omgang met een veel te kort lontje rond lopen. De campagne van de Stichting Ideële Reclame (SIRE) waarin ons erop gewezen worden dat je ook zomaar aardig kunt zijn voor een ander, zonder enig eigenbelang of manipulatie, is werkelijk een tekens des tijds.

In al dat woeden der gehele wereld, lijken de bekende woorden van Jezus in eerste instantie wereldvreemd: ‘Kom tot mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven.’ Is hier een directeur van een rusthuis aan het woord en waar ligt dat herstellingsoord dan? Maar dan lees je wat op die plek in de bijbel nog meer staat en dan ontdek je dat hier om een stijl van leven gaat. Alleen met zachtmoedigheid is er een wereld te winnen. Elke last is bovendien te dragen als je de behoefte om op de voorkant van een glossy te staan, met een ruime glimlach laat voor wat die is. Het is echt niet zo moeilijk om bescheiden te blijven. Nederig van hart zijn heet dat in de taal van de bijbel. En dat diezelfde eenvoud dan ook nog eens het begin van alle wijsheid is, helpt naar mijn mening om veel gebeurtenissen te laten voor wat ze zijn en rustig te zien waar al die bevingen, heftige bewegingen, crises, modegrillen en lichtgeraaktheid van elke dag op de lange duur toe gaan leiden.

Met muziek van Grieg aan het begin (Holberg Suite) en Rachmaninoff aan het eind (einde 1e deel van zijn 2e pianoconcert). Verder hoorde u muziek uit de film ‘John Adams’ en gezang 172 uit het Liedboek van de Kerken. Gelezen werd uit Mattheus 27: 28-30. Het gebed kwam uit de bundel ‘Bij gelegenheid (II)’ van Sytze de Vries.

 

Deel deze column:

Andere gerelateerde columns: