Terug naar het overzicht

Nederland

12 juni 2010 /
Ds. Aart Mak

En ik maar denken dat we deze maand alleen maar te maken zouden hebben met de Oranjegekte. Morgen begint Nederland aan zijn eerste wedstrijd in Zuid-Afrika. En vorige week kleurden allerlei huizen, tuinen en straten al oranje. Ook degene die helemaal niet van voetbal houdt, kan er niet omheen, in alle kranten, tijdschriften en televisieprogramma’s gaat het over wereldkampioenschap voetbal, het land waar het gehouden wordt en de alom om zich heen grijpende voetbalkoorts. Maar in Nederland is sinds afgelopen woensdag ook een andere en veel ernstiger onrust ontstaan. Nu de winnaars van de Tweede Kamer verkiezingen zijn uitgejuicht en de verliezers nog lang niet hun wonden hebben gelikt, voel en hoor ik om mij heen de verbazing, onrust en bezorgdheid.

Op zich is gebeurd wat in allerlei West-Europese landen al lang zichtbaar is. Ongeveer een zesde deel van de bevolking is ontevreden over de moderne samenleving, moppert voortdurend op de politiek en houdt zich in het algemeen alleen bezig met zichzelf zonder enig idee of ideaal over de toekomst van de maatschappij te hebben. Ook in Nederland werd dat zichtbaar sinds Pim Fortuyn de kat de bel aanbond. Zijn partij kreeg acht jaar geleden vanuit het niets 26 zetels. Vier jaar daarna steeg de Socialistische Partij van weinig naar 25 zetels. En nu komt de Partij voor de Vrijheid van Wilders op 24 zetels. Dit waren en zijn allemaal grotendeels stemmen van ontevreden mensen. Ze willen dat er voor hun belang wordt opgekomen, ze houden niet van moeilijke praatjes en ze wantrouwen bij voorbaat politici, net zo goed als ze de overheid al gauw kwalijk nemen dat er voortdurend belastingen, bureaucratie en bemoeizucht van die kant komen.

Het interessante is nu dat er deze laatste verkiezingen tamelijk veel thuisblijvers waren. Ruim een kwart van de Nederlanders heeft niet gestemd. Ik wed dat daaronder heel wat mensen zitten die nog afkeriger van de huidige maatschappij en de politiek zijn dan de stemmers op de populistische partijen. Zelfs een volksmenner als Wilders wist deze mensen niet te bewegen dan tenminste op zijn privé-beweging te stemmen. Wat mij daarnaast opviel was dat juist een provincie als Limburg en veel kleinere steden met vanouds veel katholieke of ex-katholieke mensen, voor het rechtse geluid van de PVV hebben gekozen. Dat in tegenstelling tot noordelijke provincies waar het protestantisme vanouds de meerderheid heeft of in elk geval had. Friezen, Groningers en Drenten zijn misschien ook te nuchter. In elk geval lieten zij zich niet paaien door allerlei gemakkelijk klinkende praatjes waarin de moslims de schuld krijgen van de ellende en de gewone, autochtone man natuurlijk altijd de klos is.

Het CDA dat zo jammerlijk gehalveerd werd, bleek dus samen met de SP veel stemmen te zijn kwijtgeraakt aan de partij van Geert Wilders. Er is geen beter bewijs van de teloorgang van het grote verhaal, de ideologie, of dat nu het christelijk-sociale denken is of het socialisme. Het zal veel mensen worst wezen. Dat zijn de mensen die de kerk al tientallen jaren geleden kwijt is geraakt. Nu was de katholieke kerk vroeger altijd al tamelijk conservatief – denk aan het mandement van de bisschoppen in de jaren ’50, maar de mensen kregen toch mee dat het in dit leven niet om de korte termijn en je eigen belang alleen ging. En natuurlijk was er in vroeger tijden nog de gehoorzaamheid, mede ingegeven door het idee dat God het zo gewild had, zoals daar zijn het verschil tussen man en vrouw en de verschillen in de maatschappij. Protestanten waren en zijn van nature altijd meer bezig met zichzelf door Gods ogen kritisch te bezien. Het oordeel is altijd aanwezig. Dat leidde en leidt tot veel onrust over de wantoestanden in de maatschappij en trouwens ook in de wereld. En evengoed tot de onrustig makende drang altijd maar je in te zetten voor je werk, je naaste, kortom alles wat God van je vraagt. Een protestant kan van huis uit niet onverschillig zijn. Maar ook dat is vervaagd en veel gereformeerd of hervormd opgevoede mensen hebben afscheid genomen van het alziend oog van God en de eeuwige onrust in hun ziel, voorzover dat mogelijk is natuurlijk.

De werkelijke vraag is dus of het christendom nog in staat is meer te zijn dan kerk alleen. Nu de op christelijke grondslag georganiseerde partijen bij deze verkiezingen samen 21 zetels hebben verloren, moet je je afvragen of het ooit nog lukt de normen en waarden die in de bijbel staan en de manier van menszijn die zo bij Jezus past, ooit nog buiten de muren van de kleiner wordende maar nog steeds bestaande kerken uit te dragen. Want ook de NCRV, het CNV, de krant TROUW en allerlei andere christelijke organisaties hebben al jaren grote moeite om aantrekkelijk en wervend te zijn voor anderen. De eerdergenoemde krant lukt dat nog het beste. Maar misschien moet je ook hier naar het buitenland kijken en daarmee de Nederlandse situatie relativeren. In de ons omringende landen was nooit sprake van verzuiling. De kerk had daar al jaren de omvang en mate van betrokkenheid onder de bevolking zoals nu in Nederland het geval is. En je kunt niet zeggen dat het christendom in die landen niets voorstelt. Veel mensen en hun politieke vertegenwoordigers die opkomen voor de vreemdeling, het milieu, de dieren, armoede willen bestrijden en ontwikkelingssamenwerking niet willen afschaffen, zijn dan wel geen lid van een kerk en zelfs geen christen, maar wel mensen die ten diepste de visie van Jezus op mens en samenleving zich hebben eigen gemaakt. Maar terwijl het CDA het grote verlies incasseert en zich gaat herbronnen, vraag ik me af waar en door wie die bezinning op onze beschaving plaats blijft vinden. Dat waren vanouds de kloosters en de kerken. Waar gaat de komende jaren die algemene en noodzakelijke herbronning vandaan komen?

Met muziek van Grieg aan het begin (Holberg Suite) en Rachmaninoff aan het eind (einde 1e deel van zijn 2e pianoconcert). Verder hoorde muziek uit de film ‘John Adams’ en gezang 94 uit het Liedboek. Gelezen werd uit Johannes 4: 13-14. Het gebed kwam uit de bundel ‘Bij gelegenheid (II)’ van Sytze de Vries.

 

Deel deze column:

Andere gerelateerde columns: