Terug naar het overzicht

Sport

18 september 2010 /
Ds. Aart Mak

In Europa is de Champions League weer begonnen. Voor wie niet weet, dat zijn voetbalwedstrijden tussen de beste clubs van dit continent. Het wordt ook wel het miljoenenbal genoemd. Er gaan namelijk miljoenen euro’s in om en dat is ook precies de reden dat een Betaald Voetbal Organisatie in Nederland, een BVO zoals voetbalclubs die hun spelers betalen ook wel worden genoemd, er dolgraag aan mee willen doen. Alleen al het meedoen levert forse inkomsten op en elk doelpunt telt, ook voor de penningmeester. Dit spektakel waarvoor ook speciale klassiek klinkende muziek is gecomponeerd, bestaat al weer bijna twintig jaar. Nu de gevolgen van de financiële crisis steeds scherpere trekken krijgen, wordt duidelijk hoe dit voetbaltoernooi een teken des tijds was. Het ontstond in een tijd dat het allemaal niet op kon, de bomen groeiden tot aan de hemel, sport als verbeelding van een gouden tijdperk waarin zelfs scholieren hun geld gingen beleggen in aandelen.

Inmiddels zijn we ruim vijftien jaar verder en weten we hoe de wereld veranderd is. De Champions League gaat onverdroten verder. Maar ieder kan weten dat de grootverdieners onder de clubs, merendeels torenhoge schulden hebben en alleen maar bestaan omdat een aantal multimiljonairs bereid is er bakken geld in te steken. Nog steeds worden spelers verhandeld voor miljoenenbedragen. Maar de handel is wat stiller geworden en de bedragen waarvoor talentvolle spelers verhuizen van de ene naar de andere club, zijn al wat normaler geworden. Nu ja, wat is normaal. Als u dit nooit volgt, geef ik u het voorbeeld van de Nederlandse speler Arjan Robben. De club waarbij hij speelt en die eigenaar van hem is, het Duitse Bayern München, kan hem nu niet opstellen omdat Robben in de vroege zomer als speler van het Nederlands Elftal een zware, nooit goed herstelde blessure heeft opgelopen. Nu claimt zijn club bij de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond dat deze 11.000 euro per dag zou moeten betalen. Dat is het bedrag dat deze 26-jarige in Bedum geboren stervoetballer verdient, per dag wel te verstaan.

Voor mensen die nooit het voetbal volgen is dit misschien volkomen oninteressant. Er zijn belangrijker dingen in het leven. Maar tegelijk is sport wel een barometer van de tijdgeest. Dat was vroeger in de Romeinse tijd al zo. Toen heetten topsporters gladiatoren en waren de voetbalstadions arena’s waar mensen en trouwens ook dieren, met name in het Colosseum in Rome, elkaar op leven en dood bestreden. De steeds meer decadent wordende Romeinse keizers wisten dat je het volk brood en spelen moest geven om te voorkomen dat er revolutie zou uitbreken. En zo functioneerden de goed betaalde gladiatoren als bliksemafleiders van de schrijnende armoede, slavernij en wreedheid van de toenmalige samenleving. De hedendaagse topsport vervult zo’n zelfde functie. Later dit jaar dingen Nederland en België samen mee om het WK Voetbal van 2018 of desnoods 2022 naar de lage landen te halen. Ook hierbij worden enorme bedragen genoemd. En men haast zich iedereen die dat wil voor te rekenen dat het uiteindelijk ons allemaal niets zal kosten. De kost gaat nu eenmaal voor de baat uit. Maar je voelt dat prestige en een merkwaardig soort bewijsdrang de drijfveren zijn. Juist nu ook de Nederlandse samenleving weer heftig delibereert over de verdeling van het kleiner wordende economische brood, moeten er ook weer spelen komen. In een democratisch land als het onze is er niemand die dat in zijn eentje beslist. Het is eerder een soort ophitsen van elkaar, een verder niet ter discussie staand idee dat dit moet en allemaal fantastisch is.

Ik wil u twee voorbeelden geven die helpen om niet meegezogen te worden door de grote stroom die we tijdgeest noemen en die ons allemaal mee lijkt te nemen. Die tijdgeest zegt dat wie hard werkt ook veel mag verdienen, dat beroemdheid het hoogste goed is en dat er nu eenmaal winnaars en verliezers, losers heet dat tegenwoordig, zijn. Het eerste voorbeeld is Evander Sno. Hij is een in 1987 geboren Nederlander die onder contract staat bij Ajax. Nu bijna een week geleden zat hij ergens in een wedstrijd tussen elftallen met talentrijke voetballers op de bank en zakte, 18 minuten nadat hij op het veld kwam in elkaar. Hartstilstand. Men was eindeloos bezig om hem weer bij bewustzijn te krijgen. Het was echt kantje boord. Het duel werd uiteraard gestaakt, het publiek verzocht om rustig naar huis te gaan. Dit gebeurt elk jaar een aantal keren, in alle landen. Misschien is dit statistisch gezien normaal. Maar mij en vele anderen vermoed ik helpt het om ervan uit te gaan dat mensen geen machines zijn en dat topsport ten diepste een vreemd verschijnsel is waar de levensbedreigende risico’s – denk ook aan wielrenners – meestal zorgvuldig verborgen worden gehouden achter een scherm van glamour and glitter.

Op het andere voorbeeld dat ik graag doorgeef, kwam ik door het televisieprogramma Secret Millionaire. Het wordt uitgezonden door RTL 4 en het zet me op allerlei manieren aan het denken. Een zakelijk succesvol iemand, een miljonair, steekt geen geld in een voetbalclub maar meldt zich incognito aan bij allerlei mensen en groepen die door ziekte, armoede, handicap of andere achterstelling, moeten knokken om hun hoofd boven water te houden. De camera volgt en laat de ontroerende grootsheid van veel vrijwilligerswerk zien. De miljonair doet er zelf volop aan me en besluit op het eind aan wie hij geld wil gaan geven. Dan maakt hij zich ook bekend. Tranen. Maar vooral ook een ingrijpende innerlijke omslag bij die financieel zo succesvolle man of vrouw. Ook dit is een antigif tegen de jacht naar meer, beter en groter. Ik moet, als ik wel eens kijk naar dit programma, denken aan het verhaal van de Griekse oppergod Zeus die met de god Hermes als bedelaar vermomd afdaalt naar de mensenwereld. Maar evengoed en nog meer denk ik aan de kern van de nieuwtestamentische boodschap, dat de hemelse God zich niet te min heeft gevonden om mens te worden. Dan gebeurt er wel wat. Het is de sport die ik al jaren ademloos volg: hoe je van miljonair krantenjongen wordt ...

Met muziek van Grieg aan het begin (Holberg Suite) en Rachmaninoff aan het eind (einde 1e deel van zijn 2e pianoconcert). Verder hoorde u het Champions League thema (Zadok the Priest, van G. F. Händel) en gezang 459 uit het Liedboek van de Kerken. Gelezen werd uit Filippenzen 2: 5-7. Het gebed kwam uit de bundel ‘Bij gelegenheid (II)’ van Sytze de Vries.


 

Deel deze column:

Andere gerelateerde columns: